Nieuws | Noord-Brabantse veehouders met verouderde stallen verplicht tot ammoniakreducerende maatregelen

Op vrijdag 12 december 2025 hebben Provinciale Staten van Noord-Brabant de Omgevingsverordening Noord-Brabant – regelwijziging 2 vastgesteld. Deze wijziging heeft directe gevolgen voor veehouderijen met oudere stallen. Wat betekent dit concreet voor jouw bedrijf?

Wijzigingen in de Omgevingsverordening Noord-Brabant

Per 1 juli 2026 zijn veehouders verplicht feitelijke ammoniak-reducerende maatregelen te treffen voor bestaande stallen. Deze verplichting geldt voor rundveestallen ouder dan 20 jaar en voor stallen ouder dan 15 jaar in alle overige veehouderijsectoren. De provincie heeft hiervoor een zogenoemde menukaart vastgesteld, waarin maatregelen zijn opgenomen waaruit veehouders kunnen kiezen om de ammoniakemissie vanuit hun stallen te verminderen. De menukaart is een onderdeel van bijlage VI van de Omgevingsverordening Noord-Brabant en is vanaf pag. 9 in deze bijlage opgenomen.

De menukaart bevat zowel managementmaatregelen als innovatieve technieken. Voor de melkveehouderij gaat het onder meer om systemen zoals de CowToilet en de Lely Sphere. Voor andere sectoren, zoals de kalver-, geiten-, varkens-, pluimvee- en konijnenhouderij, zijn vooral luchtwassers als maatregel opgenomen. Het plaatsen van een luchtwasser wordt daarbij aangemerkt als het realiseren van een ‘nieuwe stal’.

De vereiste emissiereductie verschilt per diercategorie en, in sommige gevallen, per bedrijfsomvang. Zo geldt voor melkveehouders met maximaal 70 melkkoeien bij bestaande stallen een minimale ammoniakreductie van 30%, welke met managementmaatregelen kan worden behaald. Voor melkveebedrijven met meer dan 70 melkkoeien geldt een minimale ammoniakreductie van 50%. Bij nieuwbouw van melkveestallen wordt onderscheid gemaakt tussen beweiden en opstallen, waarbij respectievelijk minimaal 50% en 70% ammoniakreductie moet worden gerealiseerd.

Uiterlijk op 1 juli 2026 moeten alle betreffende stallen op bedrijfsniveau voldoen aan de emissie-eisen zoals opgenomen in bijlage VI van de Omgevingsverordening Noord-Brabant.

Meldingsplicht in plaats van vergunning

De kern van het gewijzigde beleid is dat ammoniakreductie niet langer uitsluitend wordt afgedwongen via emissiearme huisvestingssystemen of luchtwassers. Veehouders kunnen nu kiezen uit een breder pakket aan ammoniak-reducerende maatregelen uit de menukaart. Naast technische maatregelen zijn ook voer- en managementmaatregelen, natuurinclusieve veehouderij en het houden van minder dieren opgenomen als opties om de vereiste reductie op bedrijfsniveau te behalen.

Nieuw is de invoering van een meldingsplicht voor ammoniak-reducerende maatregelen uit de menukaart. In deze gevallen vervalt de vergunningplicht. De gekozen maatregel moet uiterlijk vier weken vóór uitvoering worden gemeld. De gerealiseerde emissiereductie wordt vervolgens juridisch vastgelegd via een maatwerkvoorschrift of door aanpassing van de natuurvergunning.

Let op: de meldingsplicht geldt uitsluitend wanneer gebruik wordt gemaakt van maatregelen die expliciet in de menukaart zijn opgenomen. Bij uitbreiding of wijziging van het aantal dieren, of wanneer maatregelen worden toegepast die niet op de menukaart staan, blijft een natuurvergunning vereist. Daarnaast kunnen voor de voorgenomen wijziging(en) andere toestemmingen, zoals een nieuwe milieutoestemming en bouwtoestemming noodzakelijk zijn.

Slapende vergunningen en latente ruimte

Daarnaast hebben Provinciale Staten de maatwerkregel Tijdelijk handelingsverbod veehouderijen vastgesteld. Deze maatregel is gericht op het intrekken van latente ruimte bij veehouderijen. Het gaat hierbij om zogenoemde slapende vergunningen (niet meer in werking zijnde veehouderijen) en om niet-gerealiseerde stallen bij bestaande bedrijven.

Vanaf 1 juli 2026 is het oprichten van een dierenverblijf niet meer toegestaan wanneer de natuur- of milieutoestemming meer dan drie jaar geleden is verleend. Ook geldt dat een dierenverblijf waarin langer dan drie jaar geen dieren bedrijfsmatig zijn gehouden, niet opnieuw in gebruik mag worden genomen.

Hoe nu verder?

Voldoet jouw bedrijf (nog) niet aan de emissie-eisen en beschik je over stallen ouder dan 20 jaar (rundvee) of ouder dan 15 jaar (overige sectoren)? Dan ben je verplicht maatregelen te treffen en deze tijdig te melden. Indien daarbij sprake is van een wijziging of uitbreiding van het aantal dieren, of wanneer je kiest voor maatregelen buiten de menukaart, blijft een vergunning noodzakelijk.

Heb je leegstaande dierenverblijven of zijn vergunde stallen nog niet in gebruik genomen, dan is het verstandig om snel actie te ondernemen. De gevolgen van de gewijzigde Omgevingsverordening zijn ingrijpend en de juiste aanpak is vaak juridisch en strategisch complex. 

Wij helpen en begeleiden je graag bij het verkrijgen van inzicht in jouw specifieke bedrijfssituatie en bij het doorlopen van de benodigde procedures.

Neem gerust contact met ons op via e-mail info@bijvanbuiten.nl of telefonisch via 0475-494407.